ONBEVRAAGDE ANWOORDEN

ONBEVRAAGDE ANWOORDEN

Annette Bak


Veranderen, hoe doe ik dat? En waarom lijkt het alsof veranderen moeilijker wordt naarmate ik ouder word? Stroperiger. Alsof ik vastgeplakt zit aan het bestaande en ieder stapje moet bevechten om verder te kunnen komen. 


Ik kan met groot verlangen terugkijken naar de grote veranderingen die ik in het verleden zelf heb aangezwengeld. De manier waarop niet altijd even zachtmoedig, maar het feit dát ik ooit zulke, voor mij grote, stappen heb gezet, ja, dat vind ik achteraf gezien knap. Waar haalde ik toen het lef en de energie vandaan? Heb ik nu meer te verliezen? Is er meer om rekening mee te houden? Of word ik minder flexibel? En waarom wordt het moeilijker om te veranderen als juist dat nodig is?

Allemaal vragen die aan me voorbij komen in deze Coronatijd en ik ziek aan huis gekluisterd ben. Van een druk bestaan met nieuwe uitdagingen op professioneel gebied, werkreizen, een levendig sociaal leven, sport en een LAT relatie in twee steden op 50 kilometer afstand ging ik naar een maandenlang verblijf op de 100 M2 van mijn huis. Dagenlang de tijd om na te denken, te lezen en ideeën en overtuigingen voor en over het/mijn leven te onderzoeken en heroverwegen.

Met de Coronacrisis hapert niet alleen mijn gezondheid. Ook van de zekerheid van inkomen en baan brokkelen stukjes af. Een nieuwe functie wordt on hold gezet, een andere functie wordt bedreigd met een ontslagronde. Vragen als ‘Wat nu?’, ‘Wie en wat heb ik nodig?’ en ‘Wat wil ik (gaan) doen?’ passeren de revue. Ik lees over leiderschap tonen, regie pakken, kansen benutten. Ik ga thuis aan de slag met webinars, schrijven, corresponderen, ik probeer dingen uit en leg via Zoom nieuwe contacten. Ik hoop meters te maken ter voorbereiding op een nieuwe toekomst. Soms lukt dat, meestal niet. Meters blijken de meeste dagen centimeters of minder.

Verandering laat zich niet afdwingen en in plaats van antwoorden stapelen vragen zich verder op. Onlangs hoorde ik tijdens een webinar iemand zeggen: What frightens me most is not unanswered questions, but unquestionned answers. Een opmerking die me de moed geeft om er anders naar te kijken en juist vragen als focus van mijn zoektocht te nemen. En eventuele antwoorden niet als eindpunt te zien, maar als iets dat een volgend (denk)proces op gang helpt. Een verandering van perspectief dat mijn wereld een stuk groter maakt. Het voelt alsof ik verder reis dan ooit tevoren. In mijn vragen blijft niets onderbelicht.

Mijn lief en ik zijn al bijna elf jaar samen. We hebben een LAT-relatie, ieder een eigen leven en eigen inkomen, een eigen huis en thuisstad. Als we willen of als het moet, kunnen we zo opbreken en door, zonder de pijn van verdeling van huis en raad. We hebben twee keer op het punt gestaan om te gaan samenwonen, beide keren de handdoek in de ring door deze en gene. Het is goed zo, dacht ik, om een punt te zetten, dit past bij ons, het latten, dit past in ieder geval bij mij. Een antwoord dat in beton gegoten leek, maar in deze tijd tot mijn verrassing niet meer zo geruststellend bleek.

In 1999 ben ik gescheiden. De pijn van het door mij berokkende leed ben ik pas veel later gaan voelen en blijft als een boemerang terugkomen. Me voorgenomen nooit meer ‘ja’ te zeggen, nooit meer een belofte voor altijd te doen. Om de schaamte van het niet nakomen, om de pijn over en weer. Het niet gaan samenwonen paste mooi in het rijtje van leefregels om mijzelf en wie weet anderen te beschermen.

Van beschermend naar beperkend, van stilstand naar onderzoek, van ontdekking naar mogelijkheid... het uitpakken van de vragen over liefde, mijn liefde is begonnen. Waarschijnlijk is het een proces dat nooit meer stopt. Één vraag heeft het me in ieder geval al opgeleverd, een opening naar verandering, naar nieuw en naar mogelijkheid: wil je met me trouwen?